vrijdag 3 oktober 2014

Twee mannen, drie bomen, vier zagen

Mist, stilte en rust tekenen deze eerste vrijdagochtend in oktober. Er hangt een vredige sfeer in de buurt als wij komen aanrijden. 
Overal in de bomen rond het huis zijn spinnenwebben zichtbaar. Zo ook in de ceder in onze tuin, die er roerloos bij staat.



Alleen wij en de buren weten wat er vandaag op het programma staat. Wij denken dat de auto van de buren daarom al weg is. Zij hebben vermoedelijk een rustiger heenkomen gezocht op deze Leidse feestdag. 

Rond negen uur arriveren twee jeeps aan de achterkant van de tuin, waaruit mannen met overall stappen, met helmen en oordoppen al in de aanslag. Uit de auto's wordt een viertal kettingzagen gehaald. 

Voor de drie bomen die onze tuin overwoekeren, is het vandaag d-day. 

Tegen de tijd dat het werk goed en wel gaat beginnen is de mist opgetrokken. Het wordt vandaag zonnig bij een graadje of twintig. 



Wij denken dat de drie bomen die gekapt moeten worden al in de jaren zeventig zijn gepoot. Naast een metershoge conifeer staat een nog hogere Japanse Kers, die nog weer wordt overschaduwd door een Ceder die waarschijnlijk wel vijftien meter hoog is, en alle licht uit de tuin en de kamer blokkeert. 

Als eerste gaat de conifeer voor de bijl. De bomenkapper werkt systematisch maar meedogenloos: eerst worden alle takken afgezaagd en versnipperd, daarna wordt de stam in moten gezaagd. 


Met elke tak die er af gaat, wordt het lichter in de tuin en in de kamer. De conifeer en de Japanse Kers zijn in no-time gekortwiekt. De grootste klus (en volgens de bomenkapper ook de meest interessante klus) is het weghalen van de Ceder. 

Als een volleerd Tarzan klimt een van de kappers de boom in om vervolgens de stam van beneden naar boven kaal te rooien. Eerst komt de tuinkant aan de beurt, daarna de takken die boven het gemeentelijke plantsoen hangen, totdat alleen de kruin nog overblijft.





Nadat ook de kruin is afgetopt, kan de stam stukje bij beetje tot de grond gelijk worden gemaakt. 


Het is het soort stoere werk waar jongens van dromen, zoals blijkt uit verschillende (mannelijke) passanten die even halt maken om met ontzag, bewondering en een beetje jaloezie te bekijken wat hier gaande is. 



Ondertussen is ons huis bevrijd van de schaduw van de bomen. Voor het eerst hebben we volop zon in de tuin!




De oogst wordt gesplitst in drie delen: het grootste deel van de takken en bladeren gaat in de versnipperaar, een klein deel is aan de kant gelegd voor onze houtstek, en de grotere stukken hout die we zelf niet kunnen opbergen worden opgehaald om uiteindelijk als haardhout te worden verhandeld. 






Een aantal buren klopt aan om te vragen of ze hout kunnen krijgen voor hun haard, of als bijzettafel in hun tuin. Voor zover mogelijk geven wij (in overleg met de bomenkapper) gehoor aan hun wensen. 

Wat wij er aan overhouden is een volle houtstek, die er aan het eind van de dag uitziet als het grootste insectenhotel dat wij ooit hebben gezien. 


En de tuin zelf wordt, dat moet gezegd, als nieuw achter gelaten door de bomenkapper. Alle houtresten worden weg geharkt, en de laatste houtsnippers worden met een bladblazer opgeruimd. Tot onze verbazing is de hele klus rond drie uur 's middags geklaard.

Na afloop genieten we met z'n tweeën in de tuin nog na met een kopje koffie, voordat we aan het eind van de middag helaas weg moeten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.